ons hotel

dinsdag 19 oktober 2010

“Open daily, except Monday”

Dat is de mantra voor musea en kastelen in Tsjechie. Het werkte gisteren ontzettend op onze lachspieren dat dit overal stond waar we kwamen en dat het ook bij iedere bezienswaardigheid in onze reisgids vermeld stond.
Zondag en maandag waren we leeg. We hadden daarom het plan opgevat om ergens een nachtje te gaan slapen, zodat we ook eens wat verder uit de buurt wat konden gaan bekijken. Praag hebben we natuurlijk al een aantal keer gezien, en daar gaan we toch altijd in december kerstinkopen doen, dus werd het Ceske Budejovice. Deze stad is ook bekend onder de Duitse naam Budweis, ja inderdaad, van het bekende bier (het orginele tsjechische Budvar, niet het slappe Amerikaanse Budweiser). We hadden voordat we thuis weggingen snel online even een hotelletje geboekt wat op zich ok was, maar niks bijzonders. Het lag handig aan een uitvalsweg, je kon er gratis voor de deur parkeren en het was op loopafstand van het centrale plein. Het enige wat er echt op aan te merken was de luide wake-up call in de vorm van keiharde "Hard Rock Radio" in de ontbijtzaal en het wat magere ontbijt.
Op de heenweg zijn we gestopt bij het prachtige kasteel Hluboka nad Vltavou, net buiten Ceske Budejovice. Het is gebouwd als een kopie van Windsor Castle, en dat zie je wel een beetje.


Het was al wat later, en dus konden we er niet meer in. We wisten van te voren al dat het maandag dicht zou zijn (welk kasteel in Tsjechie niet), we hebben alleen foto's van het engelse park en de buitenkant. Het kasteel is in deze stijl gebouwd door de familie Schwarzenberg. De adelijke families Rozemberk en Svarcenberk hebben eeuwenlang hun stempel gedrukt op Zuid-Bohemen. De familie Rosenberg stierf in 1611 uit, maar de Schwarzenbergs bestaan nog steeds. Omdat de familie eigenlijk van oorsprong Duits was, zijn ze in 1945 als gevolg van de Benes-dekreten al hun bezittingen in Tsjechie kwijtgeraakt en het land uitgezet, samen met nog 2,9 miljoen Sudetenduitsers. Vanwege hun verzet tegen de communisten mocht de familie in 1989 terugkeren, kregen als beloning ook een klein aantal bezittingen terug, en is het hoofd van de familie zelfs tegenwoordig de Tsjechische minister van buitenlandse zaken. Overigens gezien de huidige ophef in Nederland noemenswaardig dat deze Fürst von Svarcenberk naast de Tsjechische nationaliteit ook de Duitse, Oostenrijkse en Zwitserse heeft, en dat niemand dat echt boeiend lijkt te vinden, ondanks dat hij heeft aangegeven zich meer Europeaan dan Tsjech te voelen.
Na het inchecken in het hotel hebben we het kleine historische centrum van de stad verkend. Het was inmiddels al donker, het was rond het nulpunt en het regende, dus meer dan een uurtje hebben we niet buiten gelopen voordat we een leuk restaurantje opzochten. Zowiezo is het echte centrum best wel klein voor zo'n grote stad.

De volgende dag besloten we het centrum verder te laten voor wat het was. We hadden het meeste wel gezien en voor de rest is Ceske Budejovice een handelsstad met grote bedrijventerreinen, meubelboulevards en 6-baans wegen. Ook de erg moderne brouwerij van Budvar sprak ons niet aan, daarvoor gaan we dan wel een keertje naar Plzen. We zijn dus naar Tambor gereden, een klein maar erg mooi historisch stadje. Inklusief koffiedrinken waren we in minder dan 2 uur het historische centrum door. Natuurlijk was het kasteel (door wie anders dan de Rosenbergs en de Schwarzenbergs gebouwd) en museum hier ook op maandag dicht: De brouwerij was open maar op een rondleiding hadden we te lang moeten wachten, dus hebben we het ook daar bij de foto's gelaten. (het slot en de brouwerij:)





Toen ging de rit verder naar Cesky Krumlov, mijn favoriete plaats in Tsjechie. Deze plaats hebben we een aantal jaren geleden natuurlijk al uitgebreid bezocht, maar hij blijft leuk. Ook hier natuurlijk weer het stempel van de Rosenbergs en de Schwarzenbergs op het kasteel en de stad. Hier hebben we gelunched en ongeveer 3 uur doorgebracht. Het was waterkoud en niet heel erg druk.
We reden de stad uit naar het zuiden op een prachtige weg langs de rivier de Vlatava (=de Moldau). In Rosemberk nad Vltavou staat hoog op de berg het gigantische stamslot van de familie Rosenberg. Het bestaat uit meerdere delen die in de loop van de tijd zijn aangebouwd. Het voelt raar, zo'n enorm slot, het plaatsje zelf is miniskuul en heeft slechts 300 inwoners. De meeste bewoners zijn in 1945 gedeporteerd naar Oostenrijk (slechts 15 km weg) en sindsdien is het plaatsje niet veel soeps meer. Het was natuurlijk ook totaal uitgestorven omdat het kasteel op maandag dicht is. Negen kilometer verder ligt het zeer grote klooster Vyssi­ Brod. Open daily, except Monday.  Gesticht door (jawel daar zijn we weer) de familie Rosenberg en nadien uitgebreid en beheerd door de familie Schwarzenberg.
Oostenrijk was nog maar 6 km, en dus zijn we via Bad Leonfelden richting Duitsland gereden. In Waldkirchen hebben we bij een typisch Beierse Wirtschaft gegeten. De eet-mogelijkheden waren een beetje karig en we hadden erg honger, maar het was op zich prima in orde. We zijn nu een beetje moe, maar hebben ook het gevoel dat we weken weggeweest zijn en heel veel gezien hebben. En dat al die kastelen dicht waren, ach nou ja, hoeveel daarvan kan en wil een mens van binnen zien?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.