ons hotel

donderdag 15 februari 2007

Consultancy deel 2

Een aantal van de mensen die ons aangeschreven hebben, moeten zich niet aangesproken voelen over het vorige logje. Die zijn serieus, en die willen we best een klein stukje op weg helpen, mits het niet schadelijk is voor ons eigen bedrijf. Gevoelige bedrijfsinfo geven we overigens natuurlijk niet weg.
Concurrentie houdt je scherp, en is dus niet bij voorbaat slecht. Wij hebben echter liever niet dat nederlandse (en engelse trouwens ook) hoteleigenaren hier in de omgeving een slechte naam krijgen, omdat mensen ergens onvoorbereid aan beginnen. Wij worden door de VVV en de bank serieus genomen, omdat wij goed voorbereid hieraan begonnen zijn, met een doortimmerd bedrijfsplan in begrijpelijk Duits.
Er melden zich echter ook mensen van wie je je afvraagt of ze zich wel helemaal beseffen waar ze aan beginnen, en dat zijn ook het type mensen die boos worden als je gaten begint te schieten in hun droom. Dat zijn van die "Het Roer Om" -types, je weet wel, van die stellen die je in zo’n TV-programma ziet: spreekt geen woord Duits, heeft geen cent eigen geld om de bank te kunnen laten zien, geen (bedrijfs-)plan, en heeft geen enkele ervaring in de horeca, hotellerie of in Duitsland (1 van die dingen zou op zijn minst handig zijn). Mensen die van zichzelf zeggen dat ze wat anders willen met hun leven, maakt niet uit wat, maar de baan die ze nu hebben zien ze zichzelf niet tot hun pensioen doen. Die gaan het dus niet redden! Wij kregen uit onze sumiere gesprekken de indruk dat de vorige eigenaren zich van te voren geen duidelijke voorstelling van het runnen van een hotel hadden gemaakt. Zoals die mevrouw zelf tegen mij heeft gezegd: "de tweede dag wisten we al dat we het nooit leuk zouden gaan vinden, en baalden we al dat we zo hard moesten werken". Ze vond volgens mij de gasten ook niet leuk, want die maakten alles maar vuil, en die vroegen van alles. Tsja, helaas voor haar is dat toch de essentie van een hotel runnen… We hebben het gevoel dat ze een aantal jaar op de winkel gepast hebben, weinig tot niets geinvesteerd in geld en moeite, en dat ze eigenlijk misschien wel blij waren dat ze ervan af waren. Sinds 1 juni hebben we ook nooit meer iets van ze gehoord, ze hebben niet eens hun adres achtergelaten (zijn we inmiddels trouwens wel achter hoor). Raar toch, als je er jaren je hart en ziel in gestoken hebt, dan meld je je toch af en toe eens? Bovendien, je laat toch je postadres achter en vertrekt toch niet zo met de noorderzon?
Dan die mensen die denken dat het beter is voor hun gezinsleven, dat ze meer tijd met hun kinderen en hun partner gaan doorbrengen, grapje zeker! Je bent van ‘s morgens vroeg tot ‘s avonds laat bezig voor het bedrijf. Als wij in 1 week een uur in onze woonkamer zitten, is dat ontzettend veel. Als je voor een baas werkt, trek je ‘s avonds de deur achter je dicht, al is het nog zo laat geworden. Hier kun je er niet van wegkomen, en zit je ‘s avonds om 12 uur nog even de rekeningen te betalen of die reserveringsbevestiging te mailen. Of je wordt uit je bed gebeld door iemand die zijn sleutel is vergeten, denkt dat hij ‘s nachts best een telefonische reservering kan maken, of wat eerder wakker is, en zijn ontbijt toch graag vroeger dan gepland wil hebben.
Dan je relatie: wij zijn altijd een ongelofelijke Jut-en-Jul geweest; twee zielen 1 gedachte, dat soort werk. Ook hebben wij qua werkfilosofie, en qua plannen en ideeen altijd redelijk op 1 lijn gezeten. Als je dat niet hebt, moet je er ook niet aan beginnen. Omdat je 24 uur samen doorbrengt, krijg je geheid wrijving: je kunt werk en privé niet of nauwelijks scheiden, en ligt ‘s avonds in bed nog steeds over het hotel te praten. Ook moet je niet te beroerd zijn om allebei aan te pakken en traditionele rolverdelingen te laten vallen: bij de vorige eigenaren was het volgens mij zo dat zij alleen maar schoonmaakte en kookte, terwijl hij de telefoon aannam en de gasten te woord stond. Als je haar aan de telefoon kreeg, werd de hoorn altijd haastig doorgegeven aan haar man, of "ze moest het even aan haar man gaan vragen". Pepijn maakt net zo goed de keuken of de kamers schoon, en ik heb vanmorgen nog een uitgebreid gesprek gehad met de satellietmonteur over de technische details van de te installeren antenne-installatie.
Dat is trouwens ook iets wat geen nederlander wil geloven (en nederlandse vrouwen willen het gewoon echt niet weten…) : hoe ouderwets en behoudend men hier in Beieren is. De satellietmonteur krijgt de opdracht mede (hij is ook professioneel), omdat hij 1 van de weinigen is die mij niet als een randdebiel behandelt. Als er iemand opbelt, willen ze "de chef" spreken, want ik ben natuurlijk de domme doos die niets kan en niets begrijpt. Als je zegt dat jij de manager bent, krijgt het gesprek meteen een rare (soms ook nare) wending. Wij konden in eerste instantie geen bedrijfsrekening op twee namen krijgen, want dat deden ze eigenlijk alleen bij getrouwde stellen. We hebben een GbR, een Vennootschap onder Firma, dus dat zou geen probleem moeten zijn. En ja, dat die twee vennoten toevallig samen in bed liggen, zou niet ter zake moeten doen. Als je hier een brief krijgt die voor allebei de bedrijfspartners bestemd is, is die bijna altijd aan de man gericht. Hoezo stereotype?
Wij sturen altijd een mailtje met dit soort inhoud naar mensen die om info vragen, en krijgen dan de teleurgestelde vraag terug of wij het überhaupt wel leuk vinden. Nou en of! We hebben het eigen hotel, wat we al zo lang wilden, het gaat goed, ook met onszelf, en we hebben nog geen dag heimwee gehad. Waarom schrijven wij dit dan? Zoals ik altijd zeg: "die roze wolk breng je zelf mee, voor de mindere dingen moet een ander je waarschuwen".

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Opmerking: Alleen leden van deze blog kunnen een reactie posten.